Partnergeweld komt helaas veel voor en wordt gezien als een vorm van emotionele kindermishandeling. Kinderen die geweld tussen hun ouders hebben meegemaakt, lopen meer risico om problemen te ontwikkelen. Uit het onderzoek dat Mathilde Overbeek bespreekt, blijkt dat laagdrempelige preventieve hulpverlening werkt om problemen en negatieve effecten bij kinderen te verminderen na het meemaken van partnergeweld. Op basis van eerder onderzoek kon echter nog niet worden vastgesteld welke ‘elementen’ in deze interventies voor een afname in problemen zorgen.
In deze hulpverlening is het vooral belangrijk om de verzorgende ouder te betrekken bij de hulp voor hun kind. Ook blijkt de toepassing van vooral algemene behandelelementen – zoals positieve aandacht van de groepsbegeleiders door het geven van complimenten en bevestiging – beter te werken dan veel aandacht besteden aan de traumatische gebeurtenissen. Kinderen met meerdere problemen in het gezin, naast het meemaken van partnergeweld, profiteren ook van laagdrempelige interventies.
Hulpverlening voor kinderen na partnergeweld is bestemd voor hulpverleners binnen de jeugdzorg die werken met gezinnen die ervaring hebben met partnergeweld. Ook kan het nuttig zijn voor hulpverleners die in een preventief kader met ouders en kinderen werken na het meemaken van traumatische gebeurtenissen. Voor studenten (hbo en wo) kan het boek als voorbeeld dienen voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek.
Dr. Mathilde M. Overbeek is afgestudeerd als kinder- en jeugdpsycholoog. Na een korte periode als hulpverlener gewerkt te hebben, keerde zij terug naar de universiteit voor onderzoek. Haar expertise richt zich met name op interventie-onderzoek, werkzame elementen, kwetsbare gezinnen en (observatie van) ouder-kindinteractie.