In de achterliggende eeuw is heel langzaam erkenning ontstaan dat er rekening moest worden gehouden met het gezinsleven van het kind. Dit aspect van prudentie lijkt aan het begin van de 21e eeuw tegen de achtergrond van schokkende gezinsdrama’s weer op de achtergrond te raken. Deze trend gaat gelijk op met een zeer uitgesproken en omvattend streven naar preventie in termen van het absoluut willen uitsluiten van risico’s. Dit resulteert in een enorme toename van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen. De nieuwe ‘maatregel van opgroei-ondersteuning’ past eveneens in deze trend. En tenslotte past daarin de aanleg van een amper nog te volgen aantal digitale kinddossiers.
Ido Weijers pleit in zijn oratie bij de aanvaarding van de leerstoel Jeugdbescherming aan de Universiteit Utrecht voor een welbewuste terugkeer naar een prudente kinderbescherming. Hij laat zien dat het met de jeugd en met de opvoeding in ons land uitstekend is gesteld. Tegen die achtergrond raadt hij kinderbeschermers aan net als artsen vooral een terughoudend beleid te voeren en om alle energie en middelen te richten op de ernstige gevallen.
Behalve deze oratie, uitgesproken op 20 januari 2012, bevat deze bundel zes korte bijdragen
van collega’s op het terrein van de jeugdbescherming, die werden gepresenteerd op het
symposium dat aan de oratie voorafging: Marielle Bruning en Wim Slot, Loes Keijsers en
Theo Doreleijers, Caroline Forder en Ton Liefaard.
Review